Zuchtende mensen, onleesbare gedachten in 2de klas
Een paar ongeopende tassen, ’n rondslingerende jas
Verdacht veel stilte, alleen het kader laat van zich horen
Een stilleven met denkende zielen, voortreizend op sporen
Na elke halte worden plaatsen gewisseld, hij of zij verdwijnt
Tot iedereen het station bereikt, eindbestemming geseind
In de ruiten zie je kijkers nieuwsgierig gluren
Even de krant lezen of in stilte kritiek op de buren
Nergens zijn zoveel onuitgesproken woorden uitgezaaid
Tragische klanken vermoord, geen haan die hier naar kraait
In de gangen liggen bloedende letters, daglicht niet gehaald
Een slagveld vol betekenis, eenzaam achtergelaten, verdwaald
Niemandsland, waar gelukkig ook regelmatig iemand straalt.