Donker, een lichtstraal die nooit de bodem bereikt
Eeltig ondoordringbaar terwijl tijd verstrijkt
Ruig gesteente, opwelling van immense krater
Toekomstwonden te week, littekens van later
In het lichaam spuwt een vulkaan vernietigend vuur
Enkele oplaaiende vlammen, is dit het laatste uur?
Natuurlijk naakt, ondragelijk warm geworden
Niet meer bij machte, zover van alle aanwijsborden
Een rookgordijn dichtgetrokken, niets dat beweegt
Geheimzinnig mooi landschap van de kaart geveegd
Enge dagen, de laatste rookpluim blaast naar boven
Noodbrug afgebroken, enkel zon blijft hier in geloven