Achtergelaten, verbroederd met afgeleefde stenen
Catastrofe de rug toegedraaid, niet meer kunnen wenen
Hele dagen geslenter, bedelen voor een stukje brood
Toekomst onzeker, een veelvuldig bezoek van de dood
Tevergeefs hopen op dat klein beetje geluk dat passeert
In een deken gewikkeld tot de zon warmte presenteert
Energie is al een tijdje bang het lichaam uitgelopen
Niemand die nog luistert, sommigen straalbezopen
Trillende handen, erkenning uit het leven gerukt
Weerloos stilstaan, door de maatschappij onderdrukt
Aan de grond genageld, financieel geen uitweg meer
Aangerand door bittere kou, onuitgesproken veel zeer
Lichamelijk niet in staat om naar dat doel te stappen
Fysiek uitgeput om dagelijks naar adem te happen