Gedichten
Complimentendag
Communiceer altijd positief
Onverwachts en geweldig lief
Meerwaarde voor het leven
Pluim nadrukkelijk afgeven
Liefdevol, recht uit het hart
Iemand verrassen is een vak apart
Moeizaam, dikwijls onuitgesproken
Een woord, al te vaak afgebroken
Neem initiatief om blij te maken
Tevreden gezichten, mensen raken
Energie, dat wondermooi spektakel
Niet betalend, een ongezien mirakel
Denk niet, wees wat meer attent
Anderen blij maken, jijzelf content
Geef elke dag het leukste compliment !
Vriendschap
Een vriend laat je lachen, helpt je bij ’t wenen
Engageert zich, stampt nooit tegen schenen
Nagenoeg geen verwijten, altijd positieve kritiek
Diepgaand gesprek over wereldproblematiek
Ruige verhalen, geen uitgelekte geheimen
Intensiteit en waarden die blijven rijmen
Eerlijk en oprecht, nooit brokken te lijmen
Ongeloofwaardig
Alsmaar meer oorlog om dat geloof
Chaos, onvrede, een veel te diepe kloof
Honderden doden, elke dag weer
Triestige beelden, bekijken doet zeer
Eindeloos lang gevochten en verloren
Neergevallen en dan nog eens ontsporen
Troosteloos kijken naar een vernietigd land
Wapens in aanslag, veel huizen platgebrand
Intensief naar vrede zoeken
Nergens een winnaar, altijd blijven vloeken
Traag maar zeker lijkt alles te zijn gesloopt
Immens veel zielen dreigen opgeknoopt
Geen respect meer voor elkaar
Teruggeplooid, altijd schietklaar
Waarderen moeten we, terug gaan samenleven
Eenvoudig van elkaar houden, de strijd opgeven
Elkaar verdragen, elkaar opnieuw respecteren
Vlok
Zigzaggend, met duizenden naar beneden
Een winters tapijt, landschap aankleden
Volgepropte kussens, zachtjes uitgeklopt
Een witte laag op de koude grond gedropt
Nieuwsgierig, met honderden op het gras
Eindeloos witte vlakte, allemaal in hun sas
Nat, stevig plakkend, als vrienden bij elkaar
Traag gedropt, een leger zonder gevaar.
Wanhopige kinderen laten zich gewillig vallen
In groepjes gaan sleeën, gooien met ballen
Noodgedwongen, ineens uitgemoord
T zout gestrooid, sneeuw verandert van woord
Ijzig koud wegstromend van riolen naar beken
Gesmolten, op weg naar andere streken
Terug opgenomen in de golven van de zee
Warmte van de zon neemt alle druppels mee
En dan weer in de wolken, helemaal opgetogen
Elke keer opnieuw, als ze buiten mogen.
Winterslaap
Zwaarwegend ijs, seizoen toont z’n hardste kant
Een dikke laag water, vastgekleefd aan ’t land
Spiegelglas met een onvoorspelbaar oppervlak
Echo’s weggedoken, waarschuwingen te zwak
Noordenwind wakkert aan, door koude begeleid
Tintelende tenen, klaar voor een bittere strijd
Winter weegt op mensen, niets dan donkere dagen
Iedereen depressief, veel burgers aan ’t klagen
Nergens nog buitenwarmte, dampende schouw
Toegenomen twijfels, de wereld grijs en grauw
In diepe slaapgevallen, het hart stevig ingevroren
Geen lieve woorden, geen onuitwisbare sporen
Trappel niet ter plaatse, zoek mee naar dat vuur
Wakker worden, op weg naar een nieuw avontuur
Energie opwekken, meer in jezelf gaan geloven
Episode afsluiten, het hoofd weer naar boven