Gedichten
Kamperen
Zakenmens, altijd leven in een bomvolle karavaan
Elke dag op stap, dichtbij of ver hiervandaan
Strevende mensen, gefocust op de weg naar de top
Zuchtend en zagend, een stresserende job
Echo’s helemaal uitgestrooid op de harde schijf
Vastgeroeste tranen, een afgeleefd lijf
Eenzaam in de toren, in stilte weggevlucht
Netjes opgetut maar veel te weinig verse lucht.
Dromen
Diep van binnen komen ze tot leven
Ren niet weg, laat je mee zweven
Onthoud dat elke droom zal groeien
Mooi wordt, volledig open kan bloeien
Eens jij er helemaal klaar voor bent
Neemt hij je zachtjes mee en verwent
Pluis
Van waar kom je, waar ga je naartoe?
In ons land zonder papieren, reizen nooit moe
Jij strijkt neer waar luchtstroom je achterlaat
Flexibel, zo zonder aarzeling over de straat
Zwevend, heldhaftige beelden vliegen voorbij
Even hoog in de lucht, vaak vrolijk en vrij
Vervolgens vastgekleefd, tot zon je los komt maken
Eenzame tranen verdampen, wind laat je ontwaken
Neem alles mee om tot bij je droom te geraken.
Piraterij
Valavond, dobberend op de roekeloze zee
In de verte niets dan woelige golven, zo ontevree
Een piratenschip vol munitie op weg naar z’n doel
Rust brengt redding, drijven geeft een goed gevoel
Zwaar onweer met donderwolken, het water te wild
Elke druppel zinkt naar de bodem, je gilt
Volg koers naar het zuiden, waar zon je verlicht
En nattigheid verdampt, waar gaten worden gedicht.
Nergens meer kapers, het beloofde land komt in zicht
Zeeslag
De droevige wereld is niet meer te stoppen
Recht vooruit, alle problemen opkroppen
Iedereen snakt om opzij te gaan zitten
Egoïstisch z’n eigen stukje aarde omspitten
Zee van mogelijkheden, de mens verdrinkt
Energie raakt verstrikt, vrolijke vreugde zinkt
Volgelingen drijven boven, veel te weinig lucht
Enorme ontgoocheling, een diepe zucht
Niemand geraakt nog op de vlucht