Gedichten
Hartig
Zomer of winter, een goed hart voelt altijd warm aan
Een stuk goud in het lichaam, een boeiend orgaan
Verankerd tussen draden, kloppend op gevoel
Eenvoudig, soms moeilijk, gaat het af op z’n doel
Nietszeggend, zo heerlijk dat het ons leven schenkt
Tikkend loopt ’t verder, tot het einde zich mengt
In de schedelkom kampen gedachten hart tegen hard
Eens maken ze ons gelukkig, dan weer zijn ze verward
Niks is mooier dan het op z’n juiste plaats te dragen
Een groot hart vol liefde, iets durven, iets wagen
Een hart is bekommerd, de geest gaat beslissen
Nerveus afwachten, want hij kan zich vergissen…
Donkergroen
Zwartkijkers, zoveel mensen die schuw zijn voor ’t licht
Een wereld onttrokken aan veelbelovend zicht
Staren doen ze maar een paar meters om zich heen
Tafelen zonder kleuren, beklag over steen en been
In zo’n hart kan warmte niet brengen wat het wil
Een klein beetje liefde, ’t grootste deel blijft ijzig kil
Nachten primeren, helderheid wordt het gat ingezogen
Ellendige stilte, ondergrond lijkt helemaal uit te drogen
Een plaats waar men niet zingt, geen lach kan vrijgeven
Nergens dat beetje vreugde, nergens dat beetje leven…
Stilte
Veelzeggend, als stilte met jou begint te praten
In nissen van bestaan kruipt, zich nestelt in de gaten
Jammerend en onhoorbaar, veel erger dan gefluister
Futloos vluchten, realiteit verstopt zich in ’t duister
Tekortkomingen, geen spraakwaterval om in te duiken
Interesses onbereikbaar, alles langzaam opgebruiken
Eervolle uitleg zoeken, alleen nog ronddolende vragen
Nooddeuren vergrendeld, je kan niets meer verdragen
Explosie diep van binnen, de puinhoop brokkelt uiteen
Essentiële fundamenten weergaloos geraakt, zacht geween
Nuchter uitkijken naar toekomst, “waar kan ik nu nog heen…”
Vogelvrij
Vliegen door vleugels open te slaan
Even onwennig, daarna er volop tegenaan
Een vogel kent geen grenzen, vliegt over alles heen
Rustig zwevend, onvergetelijk zicht, nu meteen
Tijd wordt zelden neergepoot, levenslange vlucht
Indrukwekkend zicht daarboven hoog in de lucht
En ’s avonds, als de hemel zijn sterren projecteert
Nachtelijk plekje zoeken, tot het licht wederkeert
Een pluim voor alle mensen die vogel willen zijn
Elegant de aardbol over, nergens een scheidingslijn
Nieuwsgierig de wereld toekijken, genieten van het klein
Bodemloos
Drop liefdeswortels diep in de grond rondom jou
Eer ze met zonlicht, bescherm ze tegen de kou
Redt groen van onkruid dat zich komt moeien
Trek op aan de stengels, voor ze vergroeien
In elke tuin staan bloemen tussen ’t sierlijke gras
Een pallet vol kleuren, een bijzonder struikgewas
Narcis, rozen, fel ruikend klokje in mei
Elementaire zekerheid, bloemen maken ons blij
Enthousiasme alom, het leven in een bouquet
Natuur heeft overal z’n schoonheid afgezet