Gedichten
Afvalhoop
Ellendige gewoontes, voedsel weggegooid
Een containerpark vol, op straat uitgestrooid
Nerveuze mensen, geen respect voor natuur
Eigenzinnige zielen, opmerkelijk wanbestuur
Naast elk dorpsplein ligt zwerfvuil te stinken
Doodstille giftige stoffen die in de aarde zinken
Elke dag wordt vervuiling de lucht ingeblazen
Rook mengt zich met wolken, om meteen uit te razen
Tonnen ingewikkelde waren, verstikt in plastiek
In vacuüm verpakt, versierd met ’n marketing strik
Groene stroom krijgt veel te weinig kansen
Terwijl kunnen gascentrales verder dansen
Iedereen kan helpen om deze bol schoon te maken
Eerlijke handel, materiële hebzucht bewaken
Nauwgezetter toe zien dat we zonder afval ontwaken
Eendagsvlieg
De zon slechts één keer op zien komen
Een vliegende start, geen tijd om te dromen
Rusten kan morgen, als je er niet meer bent
T ‘is vandaag dat je moet leven, jezelf verwent
In één dag de wereld zien, waanzinnig genieten
Geen kansen vergooien, geen bloed vergieten
Trots zijn, kijken naar wat rondom jou gebeurt
Intimiteiten koesteren, altijd goed gehumeurd
Euforie, enthousiasme een hele dag lang
Nieuwsgierigheid tot ver na zonsondergang
Baggerschip
Niet stoppen, altijd verder durven dromen
Eigen mening hebben, vooruit willen komen
Geen schrik om kritiek te slikken
Eervol jezelf zijn, je ego opkrikken
Neerstrijken in een land vol vertrouwen
Evenwicht zoeken, met handen uit de mouwen
Niets is wat het lijkt, blijf verder ontdekken
Trappel niet ter plaatse, bezoek nieuwe plekken
Welvaart weerklinkt, de echo van het woord
Idealen aangedreven, de kapitein aan boord
Naar nieuwe aanmeerplaatsen zoeken
Tegen de stroom in vooruitgang boeken
Indrukwekkend, een veilige haven die vergroot
Geen zandbanken meer, weinig tegenstoot
Tevredenheid, lachende golven tot ver overzee
Intens genieten want iedereen doet mee
Eenvoud overwint alle baren, die beuken tegen ’t schip
Nietsontziende gevaren, toch doorgaan met de trip
Moeder
Angst om verkeerd te handelen
Conflicten vermijden, weg te wandelen
Harmonieus gezin, haar ogen gesloten
Tastend naar kleine bondgenoten
Energiek, alle vrijheid naar het kind
Nergens een uitweg, toch blij gezind
Troebele tweestrijd, het huis vol zorgen
Waarheid verzwegen, alles opgeborgen
Intense puinhoop, historie verslijt
Nergens nog verwijten, opgegeven strijd
Teruggekeerd naar waar ze dromen kan
Iedereen het huis uit, opnieuw een plan
Gouden hart met een onbetaalbaar geweten
Toegewijd, het verleden vergeten
Inzet, elke dag intens geluk verdelen
Evenwicht zoeken, de wonden helen
Nobel, met de kleinkinderen spelen
Wildebeest
Zachtjes slentert wind verder door het woud
Eindeloos veel sparren, geur van levend hout
Vroeg in de ochtend, een paar bewoners schrikken
Een bende stoere mannen, klaar om in te blikken
Netjes uitgedost met wapens, doeltreffend gevuld
Eensgezind op weg naar een bos vol onschuld
Nerveuse dieren, opgejaagd door een luid geschal
Tegenstaanders ongewapend, dan die eerste knal
Weglopen, door razende honden ingesloten
Ineengezakt, hartverscheurend en kapotgeschoten
Netjes op de wagen gelegd, terwijl wordt het stil
Trillende laatste stuiptrekking, die wegstervende gil
In de verte opnieuw geblaf, aanhoudend geweld
Gulzige jagers, vluchtelingen, een oneerlijk slagveld
Triestige blikken, onfatsoenlijk opgehangen
IJskoude ogen angstig kijkend, argeloos gevangen
Elke herfstdag zijn er slachtoffers in de Ardennen
Neergehaald, weinig kansen om weg te rennen