Gedichten
Armoe
Achtergelaten, verbroederd met afgeleefde stenen
Catastrofe de rug toegedraaid, niet meer kunnen wenen
Hele dagen geslenter, bedelen voor een stukje brood
Toekomst onzeker, een veelvuldig bezoek van de dood
Tevergeefs hopen dat er klein beetje geluk passeert
In een deken gewikkeld tot de zon warmte presenteert
Energie is al een tijdje bang het lichaam uitgelopen
Niemand die nog luistert, sommigen straalbezopen
Trillende handen, erkenning uit het leven gerukt
Weerloos stilstaan, door de maatschappij onderdrukt
Aan de grond genageld, financieel geen uitweg meer
Aangerand door bittere kou, onuitgesproken veel zeer
Lichamelijk niet in staat om naar dat doel te stappen
Fysiek uitgeput om dagelijks naar adem te happen
Wegverlichting
Zwervend door begroeide paden, route kwijt gespeeld
Ergens onderweg, stemmetje horen maar geen beeld
Ver kan je niet zijn, we gaan nieuwe dingen beleven
Even het hart luchten, een leuk “ogenblik” doorgeven
Nergens heeft perfectie zijn vaste waarde al bewezen
Trouw en eerlijkheid zijn al te vaak onzeker afgelezen
In relaties helpt praten, luister naar wat wordt verteld
Eervol zichzelf zijn, je mening delen zonder geweld
Niets is mooier dan de liefde, houden van elkaar
Twijfels verbannen, stal ze uit op de boulevard
We luisteren te weinig naar stemmen op ons pad
Angst in het duister, schrik voor wat we hebben gehad
Al gauw zie ik jouw beeld, krijg ik je stem te horen
Lopen we in dezelfde richting, zonder verleden te verstoren
Familie geworden, woorden en daden opsporen
Zinsbouw
Zonder zin kan geen enkel verhaal beginnen
Een paar dappere woorden, jezelf overwinnen
Steun de echo in je hoofd, zie dat je jezelf verwent
Tegemoetkomen, op zoek naar veel engagement
In elke hersenkronkel schuilt een bizar verhaal
Eigenzinnige bouwstenen maken ons speciaal
Niets dan grijze massa, de historie opgeslagen
Tintelingen dicteren waaraan we ons willen wagen
Wijsheid zet z’n stelling tegen de grote levensmuur
Adembenemend zicht, een knap stuk architectuur
Afgebakend landgoed, de poort die open staat
Loslaten wat ongelukkig maakt en met de tijd vergaat
Fantastisch grote tuin met licht tot ’s avonds laat
Ploeg
Voetbal een feest, het land op z’n kop
Iedereen supportert, schreeuwt het luidop.
Juichen en springen, team dat er voor gaat
Fantastisch, niemand raakt uitgepraat
Tranen vol blijdschap na geleverde strijd
In de ban van de bal tot ver buiten tijd
Eensgezind achter de natie, ’t was lang geleden
Nationale eenheid, iedereen wil zich verkleden
Tricolore mensen over ’t land uitgezaaid
Walen en Vlamingen eventjes bijgedraaid
Allen voor één, zolang het team kan winnen
Aangename sfeer, tijd om vast te pinnen
Laat dit losbarsten voor elke ploeg unaniem
Fervente fan zijn, van ieder Belgisch team
Witlof
Voorzichtig landen de eerste troepen op het land
Elegante witte pakjes, zachtjes knielend in ’t zand
Eerstelingen sneuvelen bij aankomst aan het kille front
Radeloos omgekomen, doodgevallen op de koude grond
Toegewijde kamikazes, met miljoenen uit de lucht
Instinctief naar beneden, de grijze hemel uit gevlucht
Een vredelievende missie, het landschap doodstil
Niemand te bespeuren, nergens hoorbaar gegil
Tevreden kinderen staren achter ’t aangedampte glas
Wachtend tot de laatste soldaten aankomen op het gras
Acrobaten in het luchtruim, ongewapend op de grond
Avontuurlijk leven tot de zon verschijnt aan het front
Langzaam gaan ze dan met z’n duizenden zachtjes heen
Fabelachtig verdrinken in ’t water, als vrienden kort bijeen