Zwemmend, in de kleinste haven die er bestaat
Embryo groeit voortvarend naar kinderlijk gelaat
Veilig op het moederschip, ver weg van wilde zee
Elegant wiegend op baren, met de stroming mee
Na 9 maandentocht komt ’t gedroomde land in zicht
Traag maar zeker verder klutsen, sluizen waterdicht
In geen tijd wordt de woonboot te krap om in te leven
Een kapitein in wording, moederschip rustig gebleven.
Netjes, verankerd, vermoeid aan wal zitten wachten
Zeeziek en vastberaden, stilte overspoelt gedachten
Eb drijft haven uit, terwijl springtij de kade graveert
Spoedig komt verlossing, die nieuwe vlag gegarandeerd