Zweven, je toevertrouwen aan de zwaartekracht
Eenzaam bengelen daarboven, menige prooi in gedacht
Scherp afgestelde ogen, beide naar beneden gericht
Tal van rondlopende gerechten, een breed veldgezicht
In een paar seconden een duikvlucht naar de grond
Enthousiast door wolken klieven, het slachtoffer gewond
Natuur bikkelhard, elk foutje onherroepelijk afgestraft
Zwakkeren verdwijnen, door sterken weggebracht
Elke dag opnieuw, die meedogenloze schaduw in het dal
Sierlijk de vleugels spreiden en dan de bliksemsnelle val